'Marginalen'? 'Johnny's & Marina's'? 'Schoffies'? 'Tuig'? Zeker, het Nederlands is een rijke taal. Maar toch net niet rijk genoeg om de titel van hét Britse politieke boek van de afgelopen jaren te vertalen. Want chavs, dat is de modeterm waarmee een elite van Oxford-gegradueerden ugly proles, lelijke proleten, aanduidt. Lomp, slonzig, waarschijnlijk dronken en soms gewelddadig: dan beland je snel bij Vicky Pollard uit Little Britain. Er zijn zelfs al reisbureaus die chav-free holidays aanbieden! Van het zout der aarde naar het schuim der na-tie: hoe is het zover kunnen komen?
Het antwoord van Owen Jones is onthutsend: de Britse regeringen maken zélf dankbaar ge-bruik van de karikatuur van de chavs om het niet over sociale en economische achterstelling en steeds verder groeiende ongelijkheid te moeten hebben. The New York Times plaatste Chavs in zijn lijstje van de beste tien non-fictieboeken van het jaar, The Guardian noemde het 'een buitengewoon werk waar de woede van afspat', Peter Mertens prees het aan in zijn Hoe durven ze?. Zoals Nigel Williams in zijn voorwoord schrijft: 'Na het lezen van dit boek kijk je anders naar onze Brave New World.'