‘Word wakker.’ Op dit gefluisterde bevel opent Chawah haar ogen in het paradijs. Met dezelfde woorden begint ook haar openhartige relaas. Over haar schepper. De tomeloze liefde voor ‘de adam’. De schoonheid van de slang. Het toenemende verlangen naar de verboden vrucht. De worsteling met onmacht. En de ondergang van de wereld, die vervalt tot een plaats waar vrede ver te zoeken is. Eva vertelt daarmee niet alleen haar eigen verhaal, maar dat van ons allemaal. En spaart niets of niemand.