Een passagiersvliegtuig ontploft boven de Atlantische Oceaan, waarbij 345 mensen om het leven komen. Het aangestelde onderzoeksteam vermoedt terrorisme, maar tast in het duister. Een jongen van twaalf belt het alarmnummer en beschuldigt zijn vader van de explosie. Dit zou een doorbraak in het onderzoek kunnen betekenen, maar er zijn geen harde bewijzen en de jongen is een bekende van de politie door zijn gewelddadige verleden en emotionele problemen. Alleen Cherub-agenten kunnen de waarheid achterhalen. Zij zijn professioneel opgeleid met één, onmisbaar, voordeel: volwassenen komen nooit op het idee dat kinderen hen bespioneren. Vanwege officiële veiligheidsoverwegingen bestaan deze kinderen niet.