Aan de hand van diepgaande gesprekken met Chris Hinze en tal van personen die hem van nabij meemaakten, schetst biograaf Kees Ruys een kleurrijk beeld van de carrière van een Indische dirigentenzoon, die na zijn kinderjaren op een Javaans landgoed en zijn eerste puberreisje naar Parijse jazzkelders maar één doel nastreefde: zelfstandig muzikant worden. De weg erheen was kronkelig, maar leerzaam. Voor Chris Hinze op zijn vierentwintigste besloot om dwarsfluit te gaan spelen, leidde hij als pianist een eigen dixielandorkest, begeleidde hij stripteasedanseressen en een Mexicaanse zanger in het Haagse nachtleven, speelde jazz voor Amerikaanse militairen en trok met een schlagerband door Duitsland. Een potpourri aan stijlen die de basis vormde voor de interculturele fusion die uiteindelijk zijn keurmerk werd - en die hij zelf met 'jazz' bleef aanduiden: 'Gewoon, improvisatie...'
Chris Hinze is een boek over een solitaire perfectionist die menigeen met zijn controledrift tot wanhoop dreef, maar ondertussen heimelijk bleef dromen van een teruggetrokken leven in de Himalaya. Een paradox die hij niet heeft opgelost, maar in muziek heeft omgezet.
De exclusief bij het boek uitgebrachte cd geeft een staalkaart van Hinzes veelzijdigheid door de decennia heen met veel opnamen die al lang niet meer verkrijgbaar zijn.