Wanneer het stadsbestuur priester Gilles Perrier vraagt om de herbestemming van twee kloosters te begeleiden, lijkt dat aardig te lukken, tot ook daar radicalisering en hysterie de kop opsteken. Voor het perfide Groeningefront, door Renaat Vanwynsberghe vertegenwoordigd in de gemeenteraad, zijn alle middelen goed om vernieuwende initiatieven te saboteren en democratische politici te destabiliseren. En dan is er nog de wereldvreemde confrater van Gilles, die een hemelse verschijning zou hebben gehad en vastbesloten is de christelijke beschaving te redden.