Cocaï heeft allesbehalve een onbezorgde jeugd gehad. Haar opvallende voornaam en de vroege dood van haar ouders hebben het haar niet eenvoudig gemaakt. Als Cocaï ouder wordt en de leeftijd krijgt waarop jongens zich van meisjes onderscheiden, lijkt haar lichaam te twijfelen. Cocaï begrijpt niet wat haar overkomt. Ze zoekt naar duidelijkheid, ze wil een eenvoudig, beschermd leven, met een toekomst die misschien niet voorspelbaar, maar wel overzichtelijk is.
De overgang van kind naar volwassene is voor Cocaï bijna een strijd op leven en dood. De taal is daarbij soms vriend en soms vijand