De afgelopen halve eeuw groeide Remco Campert uit tot een van onze meest geliefde schrijvers. Meer dan honderd verhalen publiceerde hij, zo'n vijftien romans en novellen, honderden columns, cursiefjes, autobiografische notities en minstens zo veel gedichten. Campert werd een meester in ieder genre: de dichter van de subtiele waarneming, de columnist van de droge humor, de verhalenverteller met het oog voor zowel de schoonheid als de absurditeit van het dagelijks leven. Verstaanbaar, ontroerend, melancholiek met een broodnodige korst van somberheid en relativering.
Campert lezen is het leven lezen. Is lachen om ergernis ('omgang met kunst maakt de mens er niet mooier op'), zuchten om vergeetachtigheid of luiheid ('als ik het einde van een verhaal zie naderen wil ik er zo snel mogelijk
naartoe'), maar toch vooral geraakt worden door schoonheid. Schoonheid van 'het meisje dat ik eens op een tramhalte zag', of van 'altijd maar het licht roerloos in de middag'.
In dit nieuwe dundrukdeel (het vierde na Simon Carmiggelt, Annie M.G. Schmidt en Marga Minco) verschijnt een keuze uit Camperts gedichten, verhalen, columns en autobiografische teksten. Campert compact kan naast de bestaande dikke pil Campert compleet, die voor het eerst verscheen in 1971.