'Hoe ik erin verzeild raakte? Rusteloosheid - ja, dat in eerste instantie. Ik had een geliefde, een hoogbegaafde en licht autistische natuurkundige die maar niet kon beslissen of ze nu op mannen of op vrouwen viel, kortom het was aan-uitaan- uit en dat werd zo dodelijk vermoeiend, dat ik zelf actie ondernam.'
Zo begint Compassie, de vierde roman van Stephan Enter.
Het leven van Frank van Luijn, bijna veertig, kabbelt al decennialang gemoedelijk van relatie naar relatie. Hij verkiest een bestaan zonder verplichtingen boven de schrale eentonigheid van jaar in jaar uit opgescheept zitten met één partner. De laatste tijd is hij blasé en in gezelschap zwijgzaam, omdat hij zich steeds vaker verveelt en anderen onderontwikkeld en oninteressant vindt. Wanneer hij een kennis het fenomeen internetdating hoort beschrijven als een 'grote snoeppot' besluit hij zich, deels uit rusteloosheid en deels uit vrijblijvende nieuwsgierigheid, in te schrijven. En daar gebeurt het onverwachte: na enkele teleurstellende ervaringen valt hij als een blok voor de half-Duitse Jessica. Zijn leven verandert, hijzelf verandert, het geluk lijkt hem toe te lachen - tot hij op een onoverkomelijkheid stuit.