Eindelijk kwam Conan bliksemsnel in actie en sprong opzij. Terwijl hij dat deed spoot een straal vloeistof door de nachtlucht, precies naar de plaats waar hij een seconde tevoren nog had gestaan.
Een druppel raakte hem op zijn schouder en brandde als een gloeiende kool.
Conan draaide zich om en rende terug over de weg waar hij vandaag kwan, zijn lange benen lichtten op in het maanlicht. Weer moest hij over hopen puin springen. Zijn oren vertelden hem dat de slak vak achter hem was. Misschien was het dier hem wel aan het inhalen. Hij durfde niet om te kijken uit vrees dat hij over een stuk marmer zou struikelen en vallen; het monster zou bij hem zijn voor hij weer overeinde kon krabbelen.
Weer kwam dat spuwende geluid. Conan sprong als een razende opzij; weer flitste een straal vloeistof langs hem heen...