Wobie groeit op in een warme en veilige omgeving. Als in een sprookjeswereld. Eenmaal op school komt hij erachter dat zijn enthousiasme volgens sommigen gekooid moet worden, dat sommige kleren alleen voor meisjes bestemd zijn en dat verliefdheid ingewikkelder is dan een hartje tekenen. Aan de hand van drie bepalende ontmoetingen in zijn jeugd, komt Wobie steeds meer over zichzelf te weten. Naarmate hij ouder wordt ontdekt hij langzaam maar zeker dat hij anders is dan zijn broers, anders dan zijn meeste klasgenoten, anders dan wie hij dacht te zijn. Anders dan wie hij wilde zijn. Langzaam sluipt er een grijze mist in zijn leven, en begint hij iets te ontdekken dat eerst genegeerd, vervolgens gevreesd, maar uiteindelijk gevierd wordt. Dit boek is een dagboek van die worsteling en die zoektocht.