Detective Ward gaat met pensioen en zoekt een rustig plekje. Met zijn vrouw Martha koopt hij een oude chalet in de Ardennen.
Het verlaten domein roept bij Ward intuïtief vragen op. Waarom zit het tuinhuis vol meubels en is de chalet leeg? De vorige eigenaar Jozef was toch onverwacht overleden? Waarom leefde die man hier zo afgelegen? Wards buikgevoel zegt: ‘Er klopt iets niet…’
De ex-speurder gaat op onderzoek en ontdekt in de tuin een kist met bizarre inhoud. Met de hulp van zijn vriendenkring komt het dramatische verleden van de chalet langzaam aan het licht. De link met Congo loopt als een rode draad door het verhaal.
Deze roman brengt u van het koloniale "Belgisch-Kongo" naar het Congo-Kinshasa van vandaag. "Dit boek drukt mijn hoop uit op een betere toekomst, met Belgisch-Congolese vriendschap zonder racisme," schrijft Carl Cauwenbergh in zijn nawoord.