Toen zag Roy de draak. Met zijn gekromde poot wees hij naar het meer. Roy zag een meisje weerspiegeld in het oppervlak. Ze gooide water over een lichtgevende bol en mompelde iets wat Roy niet verstond.
Het was net alsof ze hem door het water heen kon zien. 'Help me,' fluisterde ze. Ze zag er bang en verward uit.
Wanneer Roy besluit om een meisje in een andere wereld te helpen, weet hij niet waar hij aan begint.
Zijn tocht, die hem langs bergen en ravijnen leidt, brengt hem in aanraking met vreemde mensen en zelfs met draken. Maar de grootste confrontatie is die met zichzelf.