Ruim twee jaar later staan in de afgelegen Houtrakpolder een dertigtal mannen, gekleed in rode werkjassen en blauwe werkbroeken, vier dagen per week onder toezicht van oud-mariniers. Deze mentoren zijn mannen van graniet. Die zijn niet bang of onder indruk van imponeergedrag en geweld. De sfeer is voortaan: je doet gewoon wat ik zeg. En dat werkt.
Ze leren er geen beroep, maar simpele dingen zoals op tijd komen, gezag aanvaarden en samenwerken. Er is veel weerstand en er vindt voortdurend gedragscorrectie plaats. ‘Structuur en discipline, dat is wat we ze bijbrengen,’ zegt Vincent Tersteegh, de bedenker van het experiment.
Het boek biedt een levenechte beschrijving van een groep jonge hardnekkige criminelen waarmee we doorgaans weinig kennis van hebben. Het gaat om jongemannen met een chaotisch leven in de zorgmaatschappij. Een groot aantal zit in de schuldhulpverlening en vindt het lastig om naar het eigen gedrag te kijken. Door middel van huisbezoeken vangt de lezer ook een glimp op van de gezinnen waaruit deze mannen afkomstig zijn. Tegelijkertijd maken we kennis met de fluwelen benadering van de Elly’s en Femke’s van de flankerende hulpverlening. Dat levert tal van fricties en emoties op. Niets gaat vanzelf.
Hans Werdmölder (1951) is criminoloog en antropoloog. Al meer dan dertig jaar verricht hij onderzoek onder criminele jongeren in Nederland. Eerder verscheen van zijn hand zeer leesbare boeken over jonge Marokkaanse criminelen, waaronder Van vriendenkring tot randgroep (1986), Een generatie op drift (1990; Engelse vertaling in 1997), het met een prijs bekroonde boek Marokkaanse lieverdjes (2005), De werkmeester (2012) en Marokkanen in de marge (2015).