Cristóbal houdt van zijn leven in Getaria. Papa is in de zomer kapitein van het plezierjacht van de koning en mama naait voor de markiezin De Casa Torres. Ze verstelt de mooiste jurken van de couturiers uit Parijs. Cristóbal helpt haar en wordt betoverd door de stoffen, de vormen en het vakmanschap. Dat is wat hij wil! Hij verrast de markiezin met zijn verzoek om een robe voor haar te mogen naaien. Maar ze geeft hem een kans. En vanaf dat moment mag hij al haar kleding maken, ze maakt hem beroemd. Hij opent modehuizen in San Sebastian, Barcelona en Madrid. Dan durft hij de sprong naar Parijs te maken, maar Spanje blijft hem inspireren; de vormen van de grote schilders en de kleuren. Van één kleur krijgt hij nooit genoeg: zwart. In zwart ontdekt hij zijn meesterschap.