'Lange tijd heb ik niet geweten waarom mijn opa in Vught had gezeten. Ik nam aan dat hij een held was. Dat hij verzetsdaden had gepleegd met gevaar voor eigen leven. Of tenminste: dat hij clandestien - bovenop de rantsoenen - elke week wat extra vlees bezorgde bij gezinnen met onderduikers. De gedachte dat hij ook voor woeker of zwarthandel kon zijn gearresteerd, weigerde ik toe te laten. Pas toen ik later zelf in een oorlog belandde - begin jaren negentig op de Balkan - begon ik mij bewust af te vragen of mijn opa iets moedigs of iets lafs had gedaan.' Frank Westerman in 'Daden van licht kaliber' 'Ik ben geboren in 1940, het jaar dat Nederland slachtoffer werd van de Duitse grootmachtpolitiek en rassenwaan. Het is voor een Duitser - en zeker voor mij - geen vanzelfsprekendheid dat ik vandaag hier bij u mag zijn en zelfs tot u mag spreken. Het Nationaal Comité heeft mijn land en mij met deze uitnodiging groot vertrouwen geschonken - een geschenk dat wij niet zullen vergeten.' Joachim Gauck, in 'Bevrijding vieren - verantwoordelijkheid nemen'