Op de Parijse boulevard Sébastopol stond een Afrikaan bij de bushalte, die zorgvuldig balen oud papier verplaatste en ze steeds opnieuw in zwart plastic verpakte. Hij heette Mosje en zei dat hij het hele volk van bedelaars en hoeren zou verzamelen aan boord van een uit wrakhout opgebouwde ark. Er troonde, zo sprak hij, een Egyptenaar in het Elysée en op alle Egyptenaren zou onverhoedse regen vallen. Tomas Lieske laat acht Afrikanen een stemmenspel rond Mosje opvoeren en neemt ons mee naar een zwevend schip bij de Seine. Daedalea is geen gewone bundel met gedichten maar een vertelling in poezie.