In 25 odes aan Texel geven schrijvers en dichters, zowel Texelaars als overkanters, hun antwoord op die vragen. Elk van hen brengt zijn of haar persoonlijke band met het eiland in kaart en verhaalt over dat - in Jan Wolkers' woorden - 'onsterfelijk mooie Texel'. Van drenkeling tot potvis, bollen pellen, mistige winters en het altijd onveranderde uitzicht vanaf de duinen, van boerenpluishond tot de moderne hausse aan 'echt Texelse producten', het hele eiland wordt onder de loep genomen.
Met tekstbijdragen van onder anderen Karina Wolkers, Hans Dorrestijn, Maarten van Rossem, Tessa de Loo, Frits van Exter, John Jansen van Galen, Thomas Verbogt, Nico Dros, Threes Anna, Matthijs Deen, Michael Pye en Onno Blom.