In deze korte aantekeningen die Eric de Kuyper aan het einde van de jaren zestig en het begin van de jaren zeventig schreef, geurt het naar het dagelijkse leven in Brussel, Parijs en New York. Deze stukken hebben de cultuur van de dagelijksheid en soms ook de dagelijksheid van de cultuur met elkaar gemeen. De huidige tijd schemert er af en toe onheilspellend in door. "Dag stoel naast de tafel" laat zien hoe de esthetiek deel uitmaakt of uit zou kunnen maken van het banale en triviale dagelijkse leven. Het zet een traditie, die begon met Benjamin en een vervolg kreeg bij Barthes, in een andere context en met andere middelen voort. Niet alleen zijn hier de stem en de toon van "Aan zee" of "De hoed van tante Jeannot" te herkennen; in veel stukjes zijn aanzetten of schetsen ervan terug te vinden.