Pompeji, de stad aan de voet van de Vesuvius, die op een middag in augustus tweeduizend jaar geleden onder asregens en stromen kokende lava zijn leven zag verstarren tot een eeuwige stilte, heeft Bertus Aafjes geïnspireerd tot het schrijven van dit boek. Maandenlang doorkruiste hij Pompeji om aan de hand van schilderingen, inscripties, gipsafgietsels, antieke literatuur en mededelingen van gidsen en archeologen te reconstrueren wat het natuurgeweld in enkele uren tot stilte had gedoemd: het dagelijks leven in de antieke wereld van Pompeji en Herculaneum.
Zijn zwerftochten rond de Vesuvius voerden Aafjes nog verder dan Pompeji in de Oudheid terug: rond de vulkaan vond hij de sporen van Odysseus in de grot van Polyfemos en de verblijfplaats van de Cycloop.