Frida Vogels roman De harde kern (verschenen in drie delen in 1992-1994) was een poging om een mensenleven sluitend te beschrijven. Dit dagboek, het eerste van zestien delen, volgt datzelfde leven op de voet. Maar het vertelt een heel ander verhaal: een verhaal van dagelijkse gebeurtenissen, wisselende stemmingen, ontmoetingen, anekdotes en gesprekken, gevarieerd, inconsequent en spontaan. Hoewel dagboek en boek uit eenzelfde behoefte aan rekenschap en op grond van dezelfde feiten zijn geschreven, is er bijna geen overlap. Die ook voor Vogels zelf verrassende ontdekking bracht haar ertoe om na de publicatie van De harde kern haar dagboekschriften, naar hun aard niet voor andere ogen bestemd, tot een leesbare tekst te bewerken, voorlopig zonder andere reden of doel dan het plezier dat zij daar zelf in had. Toen het typoscript af was, gaf ze het bij haar uitgevers in bewaring. Het is op ons verzoek dat het dagboek nu wordt gepubliceerd.
Het behoeft geen betoog dat het hier om een grote onderneming gaat. Door de inzet en het talent waarmee dit dagboek geschreven is, wordt het particuliere belang ervan ver overstegen. Het laat een leven zien met een hang naar extremen. Nog maar nauwelijks volwassen, doet de schrijfster metterdaad de sprong in de ruimte waar zo veel pubers van dromen: ze vertrekt naar Parijs, zonder geld, zonder plan, met niets dan haar dagboek gewapend, om 'liefde' en 'vrijheid' te zoeken. Vrijheid vindt ze, bij ogenblikken, en ze ontdekt dat ze ruimte voor zichzelf kan scheppen door te schrijven. Maar ze vereenzaamt en bekoopt een geforceerde, roekeloze poging om die eenzaamheid te doorbreken met een pijnlijke mislukking. Het eerste deel van haar dagboek begint wanneer de schrijfster Parijs verlaat om door te reizen naar Milaan, nu vastbesloten om zich te wijden aan de literatuur en om haar angst voor contacten te overwinnen. In dat laatste slaagt ze zo onverhoopt goed, dat ze nog geen maand na hun eerste ontmoeting door een Italiaanse man ten huwelijk wordt gevraagd. Het patroon van haar verdere leven ligt dan vast. De keuze voor het huwelijk en daarmee voor een leven in Italië, waartegen ze door haar angst voor sociale contacten slecht opgewassen is, en de keuze voor het schrijven van het boek De harde kern, dat moet doordringen tot de kern van haar menselijk tekort, zijn moeilijk met elkaar te verenigen. Met een uitzonderlijke alertheid op alles wat er om en in haar gebeurt en een bevrijdend vermogen om haar observaties in woorden te vangen, doet Vogels in haar dagboek verslag van haar zoektocht om tussen Nederland en Italië, leven en literatuur, vrijheid en gebondenheid, trouw aan zichzelf en trouw aan een ander, een evenwicht te vinden. Het typoscript van Vogels' dagboek (1954 tot 1991) omvat bijna 7000 bladen, in boekvorm ongeveer twintig delen tussen de 250 en 450 pagina's. Er zullen drie delen per twee jaar verschijnen.
'Haar dagboeknotities geven blijk van een opmerkzame, kritische geest die onvermoeibaar doende is om tot een essentie door te dringen, de vinger op de zere plek te leggen, een nog preciezer en scherper oordeel te vellen over de wereld, zichzelf en de anderen. Haar taalgebruik is nooit onpersoonlijk, maar wel prettig afstandelijk, laconiek vaak ook en doet tijdloos aan, op het veelvuldige gebruik van 'mieters' na.' NRC Handelsblad.
'Het unieke van deze literaie documenten is er niet in gelegen dat de hoogstpersoonlijke worstelingen centraal staan, maar dat ze door de schrijfster genadeloos worden ontleed.' De Volkskrant