Zo begint het fictieve dagboek van Maria Magdalena. Het is het jaar 44: Maria Magdalena vlucht, samen met haar reisgezelschap onder wie ook Jakobus, Johannes en de beide Maria’s, naar Marseille.
De auteur beschrijft op levendige wijze Maria’s herinneringen aan haar leven met Jezus en haar verwachtingen van de toekomst. Haar ontluikende gevoelens voor Jakobus geven het verhaal een extra dimensie.
Het dagboek is gebaseerd op historisch en esoterisch onderzoek. ‘Het zou zo maar echt gebeurd kunnen zijn’, was de reactie van een kenner van deze materie.
In haar eerdere boeken over Maria Magdalena doet Van Dijk verslag van haar onderzoek naar deze intrigerende vrouw. Ze reisde daarvoor naar Israël, Frankrijk, Engeland, Ierland en Spanje en verzamelde uniek materiaal. Ze bestudeerde daarnaast de in 1945 teruggevonden authentieke evangeliën uit de Nag Hammadi Geschriften, het werk van Rudolf Steiner en dat van Jacob Slavenburg.
Drs. Danielle van Dijk, geboren in 1953, bestudeert al ruim veertig jaar onderwerpen uit de geesteswetenschap. Ze heeft jarenlang onderzoek gedaan naar de gnosis en meerdere boeken geschreven, waaronder Het Christusbewustzijn, Maria Magdalena, vrouw naast Jezus, Maria Magdalena uit de verf en Maria Magdalena, de Lady van Glastonbury en Iona. Daarnaast is ze docent Nederlands op de Stichtse Vrije School. Ze verzorgt jaarlijks een meditatiewerkplaats en geeft lezingen door het hele land.