Serafino Gubbio, cameraman in de vroege jaren van de ontluikende filmindustrie, observeert en registreert koel, afstandelijk en emotieloos als de filmcamera die hij bedient, het leven en de gebeurtenissen om zich heen. Hij noteert zijn observaties in zijn dagboek. Ze zijn een, hier en daar bijna absurdistische, weergave van het menselijk drama dat zich afspeelt in en rond de studio’s van filmmaatschappij de Kosmograph. Hoofdpersonen zijn de actrice Varia Nestoroff, een manipulerende proto-vedette, en haar (potentiële) minnaars, de arts Cavalena, getergd en vernederd door zijn ziekelijk jaloerse echtgenote – gemodelleerd naar Pirandello’s eigen paranoïde echtgenote die diens huwelijksleven vergiftigde – en hun prille dochter Luisetta, evenzeer slachtoffer van de charade van de acteurs als van het ellendige huwelijk van haar ouders. De dramatische gebeurtenissen worden tot een gruwelijk hoogtepunt gevoerd door een verscheurende tijger en dat maakt dat Serafino Gubbio, de cameraman, er voor de rest van zijn leven het zwijgen toe doet. "Dagboek van Serafino Gubbio, cameraman" verscheen oorspronkelijk in 1915. In de roman, die geldt als een van de hoogtepunten in zijn romanoeuvre, verkent Pirandello de betekenis die moderne technologische ontwikkelingen kunnen hebben voor zijn visie op de wereld. Eerder verschenen van Pirandello bij Coppens & Frenks de romans "Iemand, niemand en honderdduizend" en "Wijlen Mattia Pascal" alsook zijn verzamelde verhalen in zestien delen onder de titel "Novellen voor een jaar".