Het bevel van kardinaal Wolsey, de rechterhand van Henry de Achtste, was duidelijk: ga naar de abdij van Glastonbury, een van de vroegere centra van de tempeliers, en spoor de heilige graal op. Bij deze vrijwel onmogelijke taak - hun enige houvast is een overgeleverd cryptisch rijmpje - hebben Benjamin en Roger het nog moeilijker dan anders, want niet alleen worden ze hinderlijk gevolgd door Henry's geheime dienst, maar bovendien blijken de tempeliers allesbehalve verleden tijd. Ze krijgen al snel te maken met chantage, brandstichting, hekserij? en moord.