Sisyphus doolt door de hel met een lege rolstoel en weet niet precies wat ze daar te zoeken heeft, behalve dat ze haar dochter, die meervoudig beperkt is, moet ophalen uit het dagcentrum. Een missie die telkens mislukt, waarna ze teleurgesteld terugkeert naar de aftandse benedenwoning van haar zonderlinge appartementencomplex. Wanneer haar hospita schijnbaar uit het niets na een eeuwigheid een praatje met haar aanknoopt, begint ze zich plotseling dingen te herinneren.
Dagen als vreemde symptomen is een gevecht tegen de verveling, een zoektocht naar de grenzen van het moederschap, van hoop en radeloosheid, van leven en dood. Deze roman is een ode aan het absurde.