Ze besluiten te trouwen. Maar Elizabeth moet eerst nog een operatie ondergaan. Bernards oom Abel, die als een tweede vader voor hem is geweest, wordt ernstig ziek en door dit alles ontstaat weer de sfeer van `de dagen die geteld zijn . Voor de krant moet Bernard dan een week naar een plaatsje in het zuiden van ons land, dat op grootse wijze zijn eeuwfeest zal vieren. En in die week, in dat plaatsje beleeft Bernard de crisis in zijn leven.
Tijdens dit woeste feest, waarin Bernard zijn eenzaamheid en ongelukkig zijn verdrinkt, gebeurt er een moord. Bernard wordt gearresteerd, maar kan zijn onschuld bewijzen. Als hij terugkeert, is het om zijn oom Abel te begraven. Hij ziet dan weliswaar weer de hopeloosheid van het altijd eindigende leven, maar erkent nu tegelijkertijd het grandioze in het leven van bijvoorbeeld zijn oom, die zich boven zijn eigen lot had geplaatst.
De operatie van Elizabeth verloopt naar wens, Bernard kan alleen de professor, die hem zal vertellen of Elizabeth nog ooit kinderen zal krijgen, pas s avonds spreken. In afwachting hiervan gaat hij naar een café, waar hij de avond doorbrengt met een vriend. Al pratende en wachtende gaat Bernard inzien dat zijn drang juist bij Elizabeth een kind te verwekken, voortkomt uit het schuldgevoel tegenover zijn eerste vrouw, dat haar dood met dat gevoel in geen enkele relatie staat en dat hij Elizabeth moet aanvaarden zoals ze is, al of niet in staat kinderen te krijgen. Als het moment er is om de dokter te bellen, laat hij de telefooncel onbezet.