Iris Dagpauwoog verhuist met haar hondje Pol naar een afgelegen dorp bij zee. Daar ontmoet ze dierenrechtenactivist Marcel, die haar stukje bij beetje weet te overtuigen van de noodzaak om in te grijpen in de manier waarop mensen met andere dieren omgaan.
De geschoolde klokkenmaker Marcel heeft zo zijn ideeën over wat er moet gebeuren, en neemt daarbij een zeker risico voor lief voor zichzelf én anderen. Hij maakt de bompakketjes in een schuurtje in zijn tuin, zij helpt hem ze s nachts, wanneer er niemand aanwezig is, door de brievenbussen van slagerijen te gooien. Op het hoogtepunt van de landelijke aandacht die hun verzet genereert, gebeurt het onvermijdelijke: de eerste gewonde valt, en Iris moet bij zichzelf te rade gaan hoe ze zich zo heeft mee kunnen slepen of heiligt het doel de middelen?
Dagpauwoog is een even confronterende als tragikomische roman over mensen en andere dieren, over zelf denken en het goede willen doen in een wereld waarin onduidelijk is wat dat precies betekent.