Stan Lauryssens verkoopt valse schilderijen van Salvador Dalí onder het motto dat kunst waard is wat de gek ervoor geeft. Hij vliegt in de gevangenis. Van zodra hij uit voorarrest komt, vlucht hij hals over kop naar een vriendin in Spanje en kooptmet emmertjes zwart geld van zijn Vlaamse en Nederlandse klanteneen villa op de kale berg boven Cadaqués. Zijn enige buurman woont aan de voet van de berg. Met een fles roze champagne daalt Stan Lauryssens langs het pad naar de Middellandse Zee. Op het strand speelt een kamerorkest en op het water drijven witte zwanen met brandende kaarsen op hun rug. Een Spaanse dienstmeid opent de deur. Aan het eind van de gang zit een oude man in een rolstoel. Hij draagt een lang wit kleed en heeft een grijze snor. Zijn rechterarm beeft van schouder tot pols en speeksel druipt van zijn kin. Stan Lauryssens staat oog in oog met Salvador Dalí.