Charlie Wong is de dochter van een straatarme noedelmaker en een mooie prima ballerina. Als haar moeder op jonge leeftijd overlijdt, vervalt het gezin in armoede. Charlie kan niet langer naar school en moet meehelpen de kost te verdienen, maar kan geen ander werk vinden dan een miserabel afwasbaantje in een Chinees restaurant. Daar werkt ze dag en nacht, zeven dagen per week, want ze is vastbesloten haar jongere zusje een betere toekomst te geven. Dan komt er een uitgelezen kans op haar pad: ze kan aan de slag als receptioniste bij een van de beste dansstudio's in uptown New York. Ze is geïntimideerd door de mooie, getalenteerde dansers en de rijke studenten, maar thuis kan ze er niets over vertellen. Haar traditionele vader wantrouwt alles wat westers is, en zou haar zeker dwingen ontslag te nemen. Als Charlie het danstalent van haar moeder blijkt te hebben geërfd, groeit haar zelfvertrouwen en voor het eerst in tijden geniet ze weer van het leven. Tot haar zusje ernstig ziek wordt. Charlie zal moeten beslissen waar haar hart ligt: bij haar familie of bij haar eigen toekomst...
Hoewel het verhaal weinig verrassend is, leest het prettig weg en blijf je toch nieuwsgierig naar de ontwikkelingen. Daarnaast is het een interessant verhaal over de mix tussen de oude Chinese cultuur van een vader die met zijn twee dochters leven in New York, wat zorgt voor de nodige culturele botsingen. Dit is leuk in het verhaal verweven.