Al jaren onderzoeken biologen aan de hand van laboratoriumexperimenten, veldwerk en computersimulaties de geslachtsorganen van allerlei organismen: van muizen en mollen, slakken en slangen, watermijten en walvissen. Vaak is alleen aan de genitaliën te zien om welke soort het gaat. Eén vraag houdt de gemoederen al lange tijd bezig, namelijk waarom de penissen - en vaak ook hun vrouwelijke equivalenten - zo verschillen van soort tot soort. In de afgelopen twintig jaar hebben onderzoekers ontdekt dat geslachtsdelen, ook die van de mens, een belangrijke rol spelen in de evolutie van de soort. In Darwins peepshow beschrijft Menno Schilthuizen de nieuwe perspectieven die inzicht bieden op de ontwikkeling en het gedrag van soorten.