Tegelijkertijd verandert ook hoe we over onszelf denken en praten. De tijd dat we de mensheid zonder meer verdeelden in mannen en vrouwen is definitief voorbij. Naast hij en zij kunnen we nu ook kiezen voor het genderneutrale die en hen. En ook de tijd dat we mannen belangrijker vonden dan vrouwen ligt achter ons – en ook dat heeft gevolgen voor ons taalgebruik. Noem je een vrouw die de baas is nou directrice of directeur?
In Dat mag je óók (al niet meer) zeggen inventariseert taalkundige Vivien Waszink wat er allemaal gebeurt op hetgebied van schurende taal, genderinclusief woordgebruik en het weergeven van diversiteit. Welke gevoeligheden zijn er, en hoe gaan we daarmee om? Kun je de samenleving sturen door de taal te veranderen?