David Polak is elf jaar als het verhaal een aanvang neemt. Woonachtig in Amsterdam maakt hij van dichtbij mee hoe de Joden steeds verder worden uitgesloten van het dagelijks leven. Uiteindelijk worden hij en zijn familie naar Kamp Westerbork in Drenthe vervoerd. Ze blijven daar meer dan een jaar maar worden uiteindelijk toch op transport naar Auschwitz gezet.
Al vanaf het eerste transport naar Westerbork maakt David nieuwe vrienden; zo ontmoet hij de zigeunerjongen Josh en in Auschwitz het mooie meisje Tirzah. Vriendschap en familie slepen hen door alle ellende heen. Maar dat wil niet zeggen dat iedereen ongeschonden uit de oorlog komt.