DAVITA'S HARP begint in het Amerika van de jaren dertig. De beurs is ingestort, het politieke en sociale klimaat is intoleranter geworden. Voor het eerst staat in een roman van Potok een vrouw centraal. De ouders van Davita komen uit verschillende milieus (het joodse en het christelijke), maar vinden elkaar in een gezamenlijke toewijding aan het communisme. Davita, een gevoelig en intelligent kind, ziet dat de idealen van haar ouders politiek hard worden afgestraft. Ze moet voor zichzelf gaan uitmaken wat ze wel en niet wil geloven. In de jaren vlak voor de oorlog wordt ze ingewijd in de mysteries en riten van het orthodoxe jodendom. Maar uiteindelijk voelt ze zich verraden door het onderscheid dat wordt gemaakt tussen mannen en vrouwen in die traditioneel joodse wereld. Ondanks alle angst en pijn slaagt Davita erin iets met zich mee te dragen wat haar innerlijk verwarmt: 'de goede muziek van de wereld', de zachte tonen van een harp die aan elke deur hing van de huizen waar ze met haar ouders in woonde.