‘Dit is geen schrikkeljaar. Er is maar een schrikkeljaar eens in de …’ ‘… vier jaar. Weet ik,’ onderbreekt hij haar. De vogel zet zijn veren op, alsof hij het koud heeft, en strijkt ze dan met zijn snavel plat. ‘In schrikkeljaren krijg ik één dag. In andere jaren glip ik een beetje tussen de kieren door.’ Lissa loopt. Haar voeten brengen de straten in kaart, en haar verstand houdt haar emoties in toom. Het zegeviert over haar kinderlijke fantasieën, waarin elk verhaal een happy end had. De realiteit is anders. Dat weet ze sinds het overlijden van haar moeder maar al te goed. Maar dan ontmoet ze op een van haar wandelingen een vreemde, sprekende vogel. De 366ste dag, noemt hij zichzelf. Hij nodigt haar uit op een merkwaardige reis. Lissa volgt hem door seizoenen en schilderijen, sneeuwwervelingen en schaduwrijke wouden… tot ze oog in oog komt te staan met wat voorgoed verloren leek. En dan rent Lissa, zo hard ze kan. Maar waarheen? Amélie Poulain meets Le Petit Prince. Een magisch-realistisch, sprookjesachtig verhaal over verlies, loslaten… en vinden.