In De aanslag in Sarajevo combineert Georges Perec een historisch met een autobiografisch gegeven. Hij wisselt een verhaal over een driehoeksverhouding af met een reconstructie van de moord op Franz Ferdinand, die leidde tot het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. In het liefdesverhaal hebben de ik-fi guur (die als twee druppels water op de jonge Perec lijkt) en Branko (gebaseerd op een schilder met wie Perec tijdens zijn verblijf in Joegoslavië bevriend was geraakt) allebei een relatie met Mila. De rivaliteit die dat oplevert belandt in een precaire fase wanneer de ik-figuur besluit Branko uit de weg te laten ruimen.