Het autobiografische De adem speelt zich af in 1949, als de jonge Thomas Bernhard met een levensgevaarlijke pleuritis in het ziekenhuis terechtkomt. Maandenlang is hij overgeleverd aan de medische machinerie en onverbiddelijk observeert hij zijn omgeving en zichzelf. In een sfeer die alle levenswil doodt besluit hij dat hij wil leven, dat hij niet wil ophouden met ademen.