Hij is al een poos op, Oldenbarnevelt. Het licht van eind augustus heeft hem zonder pardon gewekt. En niet alleen hem.’ Zo begint voor de Advocaat van Holland zijn laatste ochtend in vrijheid. Hij zal negen maanden in gevangenschap worden vastgehouden boven in de nog steeds bestaande Ridderzaal en op gezette tijden langdurig worden verhoord. Oldenbarnevelt, die tot dat moment bijna alle belangrijke regeringsfuncties in zich verenigde, is verbijsterd over de hem aangedane geweldsdaad. Buiten de gevangenis waren de remonstranten door Maurits al uit de stadbesturen gezet. Na negen maanden verneemt Oldenbarnevelt in de rechtszaal zijn doodvonnis, dat daags daarop voltrokken wordt.
Nicolaas Matsier volgt hem tot op deze laatste dag in al zijn gedachten, herinneringen en overwegingen tijdens de eenzame uren van opsluiting en de dagenlange uitputtende verhoren. Hij brengt zo een belangrijk moment uit de begintijd van de Nederlandse staat op onvergelijkbare wijze tot leven.