De schaar, slagen, scheldwoorden en spuug. Eén of meerdere ingrediënten van deze cocktail moesten velen ondergaan in de bevrijdingsdagen van 1918 en 1944-’45. De vrienden van de vijand moesten spitsroeden lopen. Die afrekening op straat wordt vaak voorgesteld als een blinde uitbarsting van agressie. Losgeslagen, hysterische menigten zouden zich te buiten zijn gegaan aan willekeurig geweld. De chaos zou ook een gedroomde kans geweest zijn om persoonlijke rekeningen te vereffenen. De volkswoede wordt meer dan eens voorgesteld als het tegendeel van justitie. Als mens kun je dan wel sympathiseren met dergelijke benadering, tot een beter begrip van het straatgeweld leidt ze zeker niet.
In De afrekening zet Antoon Vrints die moralistische bril af. Hij bekijkt het geweld met heel andere ogen, namelijk met die van de plegers ervan, hoe ongemakkelijk dat ook mag aanvoelen. Vanuit het perspectief van de straat ontrafelt hij de logica van het geweld na de Wapenstilstand en de Bevrijding in Antwerpen. Welke boodschap wensten de geweldplegers uit te drukken en wat hoopten ze ermee te bereiken? Welke groepen viseerden ze en waarom? Welke gedragsvormen zetten het meeste kwaad bloed en welke voorgeschiedenis ging er aan vooraf? Met andere woorden: welke uitstaande rekening werd er precies vereffend?