8 mei 1945. Piet Doelman, commandant van het gewapend verzet, roept de NSB'er Lein Francke bij zich voor 'een verhoor'. Maar Doelman verhoort Francke helemaal niet. Hij mishandelt hem. Hij slaat hem, trapt hem. 'Pak een touw', roept hij, 'dan knopen we hem op.' Dat is niet meer nodig: Francke is al stervende.
Wat heeft Francke tijdens de oorlog misdaan? Archiefonderzoek leert dat hij het lokaal bewaakte waar in beslag genomen radio's waren opgeslagen. Dat is alles. En wat deed het gewapend verzet, nota bene volgens de eigen administratie? Doelman en zijn Knokploeg maakten zich schuldig aan geweldpleging, roofovervallen en liquidaties. Zo beroofden zij een boerderij waarbij een grote hoeveelheid geld, bezittingen en voedsel werd buitgemaakt. De boer en zijn familie -- beslist geen NSB'ers -- werden geslagen en gekneveld. Uit de bronnen blijkt dat de buit niet terechtkwam bij de mensen die honger leden.