Een filosofiedocent beseft tijdens een slapeloze nacht dat zijn bestaan zo goed als zinloos is geweest. Het is het begin van zijn val, die hij beleeft als een ontdekkingstocht langs persoonlijke debacles en de obstakels van de liefde. Neerwaarts tuimelend wordt hij een afvallige van zijn wereld die feestelijk lijkt te vergaan. Om greep te krijgen op zijn leven verzint hij discussies met dode filosofen. Wanneer zijn zieke moeder overlijdt, slaagt hij erin om het tij te keren en weer toenadering te vinden tot zijn geliefde, zodat het licht de duisternis verjaagt.
In zijn overdonderende debuutroman De afvalligen houdt Peter De Graeve onze tijd een spiegel voor. Het is een verrassend rijk en erudiet boek. Iedereen zal zich voor een deel herkennen in het tragische hoofdpersonage dat gebukt gaat onder onbehagen en vruchteloos zoekt naar een uitweg. Als het moderne leven geen houvast biedt, geen geloof, geen samenhang, dan zijn wij allen afvalligen.