Haar vader had te veel ontdekt over de Almeerse rioolmoorden, een zaak waar hij als journalist over schreef. In het voorjaar werden twee lijken ontdekt in Almere, ontdaan van hun vingertoppen en gebit. De één een Surinamer uit Bedros? boksschool, de ander een dwerg uit de drugsscene. Vanuit Hans? coma, die hij ervaart als de ?wachtkamer van de dood?, blikt hij terug op zijn leven en vooral op dat van Lilly. Dat zij iets met de Almeerse rioolmoorden te maken heeft, is wel duidelijk. Maar wat?