Kathy Zomer is de secretaresse van het laboratorium voor Biologische Chemie. Zij is de centrale figuur van de vakgroep en zorgt ervoor dat alles loopt zoals het moet lopen. Haar leidinggevende, professor dr. Godfried Bunnik, heeft daar vanwege zijn onderwijstaken en zijn onderzoek geen tijd en ook geen belangstelling voor. Aan het begin van een nieuwe werkdag wordt de professor in zijn werkkamer door zijn secretaresse dood aangetroffen achter zijn bureau. De politie concludeert na onderzoek, dat de professor zichzelf van het leven heeft beroofd door het slikken van cyaankali. Alles wijst op zelfmoord. De kersverse weduwe, Annie Bunnik, gelooft daar echter niets van en schakelt het bureau van Joost Ternate in. Joost en zijn medewerkers moeten ‘de kudde van Kathy’, zoals de vakgroep ook wel oneerbiedig wordt genoemd, maar eens goed ondervragen, iets wat de politie volgens haar onvoldoende heeft gedaan. Mevrouw Bunnik zelf heeft duidelijke verdenkingen ten opzichte van dr. Sander Bell, de ambitieuze hoofdmedewerker van de professor. Joost en zijn medewerkers ontdekken al spoedig dat behalve deze medewerker ook anderen betrokken kunnen zijn bij de dood van de professor. Uiteindelijk vindt het team de ultieme bewijzen die nodig zijn om te kunnen kiezen tussen moord en zelfmoord.