Kapuscinski beschouwde de ontmoeting met de Ander als de universele en fundamentele ervaring van onze soort. Als wereldreiziger die veelvuldig ooggetuige was van brandhaarden wist hij maar al te goed dat een ontmoeting kon uitdraaien op een duel, een conflict, een oorlog. Slagvelden en ruïnes waren voor hem het bewijs van menselijk falen, van het feit dat de mens niet met de Ander kon of wilde communiceren.
In De Ander probeert de zelfbenoemde `onderzoeker van de andersheid de vraag te beantwoorden hoe je je tegenover de Ander moet opstellen in onze tijd van globalisering, grootscheepse migratie en vluchtelingenstromen. In onze wereld huizen toenemend heterogene en hybride culturen. Hoe kunnen we in een multi-etnische wereld waarin steeds meer gemeenschappen en culturen hun eigen plek aan de ronde tafel van de wereldvolkeren opeisen, blijven luisteren naar de stem van de Ander?
De Ander is onmiskenbaar de kroon op een oeuvre dat in het teken staat van de ontmoeting.