Voetballers vermaken het volk en lijken onschendbaar. Maar op een dag blijkt dat ook zij gewoon aardse stervelingen zijn; dat ook zij niet springlevend uit een vliegtuig- of een autowrak stappen. En ook voetballers kunnen kwetsbaar en afhankelijk raken door zwaar lichamelijk letsel of persoonlijke tegenslagen waarvan de buitenwereld soms geen weet heeft.
Er zijn veel voorbeelden: Rob de Wit leeft sinds zijn hersenbloeding noodgedwongen van een uitkering. Willy Dullens, van wie werd gezegd dat hij beter was dan Johan Cruijff, stond 22 jaar in een kapperszaak na een zware knieblessure. Sigi Lens overleefde, in tegenstelling tot veertien medespelers en de coach, een vliegramp. Alfred Schreuder, Henk Houwaart en Jan Jongbloed verloren een kind. En FC Utrecht moest in 2005 plotseling verder zonder de populaire Fransman David di Tommaso, die in zijn slaap overleed. En de legendarische doelman Tonny van Leeuwen reed zich dood terwijl de wereld aan zijn voeten lag. De tragische lijst is lang.
In België verongelukten vier internationals, van de Vlaamse Beckenbauer Laurent Verbiest tot Junior Malanda. Ver verwijderd van het voetstuk waar ze door het noodlot vanaf waren getrokken.
Over de kwetsbaarheid van het leven van een sporter: veertien aangrijpende voetbalverhalen. In De andere kant van het succes kijken lotgenoten, nabestaanden en betrokkenen terug op de dag dat voetbal opeens totaal onbelangrijk is geworden.
Tussen 1986 en 2017 volgde Yoeri van den Busken (1971) voor De Telegraaf en Voetbal International het topvoetbal op de voet. De andere kant van het succes is zijn twaalfde boek.