Op het Turkse platteland van de jaren vijftig wordt een dichter verliefd op een meisje uit de grote stad, met grote gevolgen. Zeventig jaar later, aan de westkust van Amerika, blikt zijn zoon terug op het leven van zijn vader, in een poging te begrijpen waarom zij al jaren van elkaar vervreemd zijn. De atlas van overal begint als een persoonlijk verhaal en vloeit over in openhartige en confronterende fictie, losjes gebaseerd op het leven van de vader van de schrijver, die zichzelf gedwongen zag naar Nederland te komen. Hij stichtte daar een gezin met een Nederlandse vrouw, maar onderhield in Turkije ook nog een gezin. Het is het verhaal over ontheemding, het opgroeien tussen twee culturen, over de neiging te vluchten, de rusteloosheid die daarbij hoort, het sterke verlangen opnieuw te beginnen. Over geworteld én ontworteld zijn. Een genadeloos en tegelijk liefdevol onderzoek naar wie je bent als zoon, als vader, als partner, als mens; maar ook een aangrijpende zoektocht naar liefde, haat, verlies en literatuur, die leidt van Oost- Turkije naar Californië, en van Istanbul naar Amsterdam.