Het prille huwelijk van de jonge Gijs en Adrie wordt zwaar op de proef gesteld als ze halsoverkop moeten vluchten tijdens het bombardement op Rotterdam. Hun vlucht verloopt dramatisch en verscheurd door verdriet bereiken ze Frankrijk. Emotioneel belanden ze elk in een neerwaartse spiraal. Het lijkt erop dat niets hun huwelijk nog kan redden.
Tegen deze achtergrond van een door oorlog verscheurd Europa beschrijft Aaltje van Wieringen een meeslepend verhaal van menselijke onmacht.