De djinn Bartimaeus wordt door een onbekende jongen opgeroepen het amulet van Samarkand te stelen van de invloedrijke magiër Simon Lovelace. Bartimaeus kwijt zich van zijn taak - hij kan verschillende gedaanten aannemen en weet zo het huis van de magiër binnen te dringen - maar wordt onverwachts achtervolgd door twee oude vijanden: de concurrerende djinns Faquarl en Jabor. Bartimaeus weet te ontkomen.
De jongen die Bartimaeus "bestuurt", Nathaniel, is een tovenaarsleerling die onder invloed van zijn meester - Arthur Underwood - een ongezonde haat tegen djinns heeft ontwikkeld. Ook is hij ooit door Lovelace in het openbaar te schande gezet, hetgeen verklaart waarom hij het magische amulet van Lovelace laat stelen.
De jongen en de djinn raken echter meer en meer bevriend en spannen samen tegen de duivelse Lovelace, die op zijn beurt het amulet had verstopt. In een spannende apotheose weten ze hun magische krachten tegen Lovelace aan te wenden, en behoeden ze Londen voor een ramp....
De jongen die Bartimaeus "bestuurt", Nathaniel, is een tovenaarsleerling die onder invloed van zijn meester - Arthur Underwood - een ongezonde haat tegen djinns heeft ontwikkeld. Ook is hij ooit door Lovelace in het openbaar te schande gezet, hetgeen verklaart waarom hij het magische amulet van Lovelace laat stelen.
De jongen en de djinn raken echter meer en meer bevriend en spannen samen tegen de duivelse Lovelace, die op zijn beurt het amulet had verstopt. In een spannende apotheose weten ze hun magische krachten tegen Lovelace aan te wenden, en behoeden ze Londen voor een ramp....