Sinds mensenheugenis wordt het koninkrijk van de Zes Hertogdommen bestuurd door het koningsgeslacht der Zieners. Een nieuwkomer aan het hof, de bastaard Fitz, die onder meer beschikt over de magische gave van Het Vermogen, blijkt een regelrechte bedreiging voor de troon. Op zesjarige leeftijd wordt Fitz, de bastaardzoon van prins Chevalric, door zijn tijdelijke opvoeder afgeleverd bij de poort van de Hertenhorst, de residentie van de heersende Zienerkoning Vlijm. Hoewel hij van alle kanten scheef wordt aangekeken, krijgt Fitz vanaf dat moment een koninklijke opvoeding. Meester Hod leert hem met wapens omgaan, de oude stalmeester Burrich is een en al vriendelijkheid, tot hij ontdekt dat Fitz over de gave van De Wijsheid beschikt, het vermogen in de geest van een dier te treden. Burrich is woedend, maar ook ontzet: ?Wil je het koninklijk bloed in jou verkwanselen voor de bloeddorst van een jachthond?? En dan is hij er nog, de zonderlinge Chade, halve magi?r en adviseur des konings, hij brengt Fitz de nobele kunst van de sluipmoord bij...