Morris Bober, een schlemielige Jood in New York die sterk doet denken aan Malamuds eigen vader, wordt overvallen door Frankie Alpine, een uit Italie afkomstige kleine boef. In een plotselinge opwelling van berouw besluit Alpine Bober te gaan helpen en weet van diens winkeltje een behoorlijke zaak te maken. Hij trouwt met Bobers dochter en neemt na Bobers dood de zaak over. Al spoedig blijkt Alpine veranderd te zijn in een even zielige figuur als Bober altijd was.