Wanneer Jonas verward ontwaakt in een vallei, kan hij zich niet onttrekken aan de indruk dat hij iets kleins en pluizigs is.
Hallucinaties beheersen Jonas’ gedachten:
geregeld ziet hij niet alleen een pratende
teddybeer, maar ook Al-Haqq, een gesluierde
man die naar eigen zeggen de waarheid kent. Bovendien laat Jonas’ geheugen hem in de steek. Micaiah, de dochter van de dorpsoudste, probeert hem te helpen terwijl de vragen zich opstapelen.