Mechteld is het zusje van Berend, en dus de dochter van een echte ridder. Ze is al bijna acht jaar, en zal dan uit huis gaan, net als andere ridderdochters in de leer op een ander kasteel, om hofdame te worden. Maar Mechteld wil niet gescheiden worden van haar hondje Beer. Waar kan ze samen met Beer terecht? Graaf Oswald weet de oplossing: bij de oude kasteelvrouwe van huis Batenburg. Mechteld is bang dat het saai wordt bij een oude dame - totdat ze hoort dat de kasteelvrouwe een geheimzinnige broer heeft, en dat er ’s winters wolven rond kasteel Batenburg sluipen.